Terug

Dwang en drang bij voorschoolse educatie

Publicatienummer: 2122
Publicatiedatum: maart 2012

Op verzoek van het Ministerie van OCW heeft Regioplan een advies opgesteld met betrekking tot de mogelijkheden om kinderen in de leeftijd van twee tot vier jaar met een (dreigende) taalachterstand verplicht gebruik te laten maken van voorschoolse educatie.



Kinderen die met een taalachterstand het primair onderwijs binnentreden lopen een groter risico belemmerd te worden in hun ontwikkeling dan kinderen zonder taalachterstand. Via kinderdagverblijven en peuterspeelzalen worden voorschoolse educatieve programma’s aangeboden die erop zijn gericht om taalachterstanden weg te werken. Niet alle kinderen die hiervoor in aanmerking komen maken gebruik van dit aanbod.



In het regeerakkoord van het Kabinet Rutte is opgenomen dat deelname aan voorschoolse educatieve programma’s moet kunnen worden bevorderd met dwang en drang. Regioplan beoordeelde, samen met een aantal hoogleraren, de wettelijke (on)mogelijkheden daartoe. Tevens werd gekeken of naast dan wel in plaats van dwangmaatregelen ook specifieke drangmaatregelen kunnen worden genomen. Te denken valt daarbij aan maatregelen die gericht zijn op het motiveren van specifieke groepen ouders om gebruik te maken van voorschoolse educatie, zoals bijvoorbeeld ouders die verplicht moeten inburgeren of ouders die gebruik maken van specifieke sociale voorzieningen.



Speciale aandacht gaat in dit advies uit naar de proportionaliteit en de subsidiariteit van de dwang- en drangmaatregelen: is de voorgestelde maatregel in lijn met het doel en de uitgangspunten van wet- en regelgeving die van toepassing is en is de voorgestelde maatregel niet te zwaar voor het doel dat men wil bereiken?



Op basis van het advies worden experimenten gestart in de grote steden.