Bijzondere bestuurlijke samenwerkingsvormen in het onderwijs
25-05-2020Schoolbesturen zoeken op verschillende manieren naar onderlinge samenwerking om bijvoorbeeld problemen rond leerlingendaling of de vorming van integrale kindcentra op te lossen. Die samenwerkingen kunnen leiden tot fusies, maar ook tot samenwerkingsvormen als coöperaties, federaties, holdings en personele unies. We deden voor OCW onderzoek naar het voorkomen van deze voor het onderwijs relatief zeldzame bestuurlijke constructen.
Samenwerkingsconstructies
Uit een analyse van jaarverslagen van schoolbesturen blijkt dat het in voorkomende gevallen vooral gaat om coöperaties of federaties en minder om personele unies of holdings. Uit de interviews die voor het onderzoek zijn gehouden blijkt dat er in die situaties is gezocht naar een vorm van “samenwerking zonder dat het vrijblijvend is”. Samenwerkingsprocessen zijn in de praktijk vaak complex en lastig en gebeuren veelal onder druk van de omstandigheden. Om te zorgen dat partijen er “niet meteen weer uit stappen als het moeilijk wordt” wordt daarom, als een fusie niet mogelijk of wenselijk is, gekozen voor een ander bestuurlijk construct. Soms is een fusie eenvoudigweg geen optie, bijvoorbeeld in geval van een intensieve samenwerking tussen onderwijs en kinderopvang. Om toch tot een grotere eenheid te komen, wordt dan soms gekozen voor een van de eerder genoemde constructies. Vooralsnog gaat het daarbij, zowel absoluut als relatief, om kleine aantallen. De verwachting, op basis van gehouden interviews, is overigens dat de aantallen holdings en personele unies met alleen onderwijsbesturen de komende jaren niet explosief gaan stijgen en dat er vaker voor een fusie gekozen zal worden.
Samenwerking op vestigingsniveau
Gekoppeld aan het onderzoek naar de bestuurlijke constructen hebben we ook een verkenning uitgevoerd naar samenwerkingen van besturen op schoolvestigingsniveau. Circa veertig procent van de schoolbesturen heeft zo een samenwerking met een ander schoolbestuur op vestigingsniveau. Er worden dan meestal gebouwen of faciliteiten gedeeld. Soms wordt onderwijsaanbod gedeeld. Dan worden leerlinggroepen deels gecombineerd of volgen leerlingen een deel van de lessen op de vestiging van een ander bestuur. In het onderzoek zijn we verder ingegaan op deze en op andere vormen van samenwerking. Daarbij hebben we ingezoomd op de context en op specifieke aspecten rond leerlingen, personeel en financiën. Uit het onderzoek blijkt dat de samenwerking op vestigingsniveau in praktijk complex kan zijn en veel (administratieve) inzet vraagt. Zozeer zelfs dat een deel van de besturen ervoor kiest om de vestiging liever over te dragen of helemaal niet aan samenwerking te beginnen.
Meer informatie?
Lees meer over de bevindingen van ons onderzoek naar bestuurlijke samenwerkingsvormen in het onderwijs in het eindrapport of neem contact op met Bjørn.