Het nieuwe sponsorconvenant biedt scholen meer houvast

18-02-2020

Onlangs is een nieuw sponsorconvenant getekend, waarin is vastgelegd hoe scholen in het funderend onderwijs met sponsoring kunnen omgaan. In het nieuwe convenant is meer aandacht voor datalevering en de rol van de medezeggenschap.

Het convenant is ondertekend door minister Slob (OCW), PO-Raad, VO-raad, bonden, AVS, LAKS, VNO-NCW, MKB-Nederland, Ouders & Onderwijs en de Groep Educatieve Uitgevers (GEU). In het convenant is vastgelegd hoe scholen in het funderend onderwijs met sponsoring kunnen omgaan. Het nieuwe convenant is geldig tot en met eind 2022.

Toetsingskader

Nieuw is dat er in het convenant een toetsingskader is opgenomen waarmee betrokken partijen in drie stappen kunnen nagaan of de school voldoet aan de spelregels van het sponsorconvenant. Opvallend is dat er hierin aandacht wordt gevraagd voor de regels over het leveren van data die tot personen kan worden herleid. Dit is een gevolg van het toenemend gebruik van digitaal lesmateriaal en digitale hulpmiddelen in het onderwijs. De indruk is dat scholen zich niet altijd bewust zijn van het dataverkeer dat daarmee gepaard kan gaan. Verder wordt er in het convenant, nadrukkelijker dan voorheen, gewezen op het instemmingsrecht van de medezeggenschapsraad.

Evaluatie vorige convenant

In onze evaluatie van het vorige convenant bleek dat laatste een zwak punt: hoewel scholen verplicht zijn om bij sponsoring de MR te raadplegen, gebeurt dat maar op de helft van de scholen die sponsoring ontvangen. De evaluatie wees wel uit dat sponsoring geen enorm grote rol speelt in het onderwijs. Bijna de helft de scholen in het primair en voortgezet onderwijs ontvangt weleens geld, goederen of diensten van een externe partij. Als ze daarvoor een tegenprestatie leveren, spreken we van sponsoring. Dat geldt voor ongeveer een kwart van de scholen. Deze tegenprestatie is vaak het noemen van de naam van de sponsor. Scholen zijn ook niet van sponsoring en donaties afhankelijk; ze beschouwen het als een ‘extraatje’.