Jongensslachtoffers van seksuele uitbuiting en binnenlandse mensenhandel

08-05-2017

Over de aard en omvang van jongens die slachtoffer zijn van seksuele uitbuiting en mensenhandel is nog heel weinig bekend. Met een reden. Wij onderzochten de problematiek in samenwerking met Shop Den Haag, in opdracht van het ministerie van VWS.

De grootste belemmerende factor voor zicht op aard en omvang is dat het zich in het verborgene afspeelt. Het fenomeen is onzichtbaar voor de samenleving als geheel, maar ook voor hulpverleningsinstellingen- en organisaties blijft de doelgroep vaak verborgen. Om de problematiek zo goed mogelijk in kaart te brengen, is gekozen voor een onderzoek waarbij gesprekken zijn gevoerd met professionals over casussen die wél bij hen bekend zijn. Dossiers zijn bestudeerd en casuïstiek is verzameld van zowel jongensslachtoffers van seksuele uitbuiting als ook jongens die daar zeer kwetsbaar voor zijn.

Kwetsbaarheid hangt samen met een diversiteit aan kenmerken
De kwetsbaarheid wordt overwegend veroorzaakt door een diversiteit aan kenmerken. Er kan niet over een homogene groep worden gesproken. De kenmerken van jongens met een verhoogd risico op seksuele uitbuiting variëren: van jongens met een homoseksuele geaardheid in combinatie met een omgeving waarbij een stigma rust op homoseksualiteit, mannenseks en prostitutie en jongens met een verstandelijke beperking, tot jongens met een sterke afhankelijkheid veroorzaakt door onder andere een drugs- en/of alcoholverslaving, schulden en/of dakloosheid.

Nog een weg te gaan in signalering en passende hulp
Volgens professionals staat de signalering van deze jongensslachtoffers nog in de kinderschoenen. Welke mogelijke kenmerken wijzen op slachtofferschap is moeilijk aan te geven. De onbekendheid met het fenomeen en de grote diversiteit onder de jongens uit deze doelgroep, maken het lastig om eenduidig te bepalen welk gedrag bij deze jongens als opvallend en verontrustend moet worden gezien. Een passend zorg- en ondersteuningsaanbod ontbreekt dan ook wanneer het om jongensslachtoffers gaat, aldus de gesproken hulpverleners. Het is volgens professionals niet voldoende om te wachten tot de casuïstiek binnendruppelt. De jongensslachtoffers die in dit onderzoek zijn gevonden hebben hulp nodig, los van de precieze aard en definitie van hun slachtofferschap. Het onderzoek laat zien dat dit de hulpverlening voor grote uitdagingen stelt.

Meer informatie?
Klik hier voor het gehele onderzoeksrapport of neem contact op met Katrien de Vaan.