Stijgt het aantal leerlingen in het speciaal basisonderwijs sneller dan het aantal leraren?

10-06-2020

Over het geheel bezien neemt in het basisonderwijs het gemiddelde aantal leerlingen per leraar de afgelopen jaren af. Maar deze ‘leerling-leraarratio’ lijkt in het speciaal basisonderwijs (sbo) juist te stijgen. De vraag is wat daar de oorzaken van zijn.

In het speciaal basisonderwijs zien we, na een afname, sinds enkele jaren weer een lichte groei van het aantal leerlingen. Deze toename komt voor een deel door een grotere instroom van het aantal jongere leerlingen in het speciaal basisonderwijs. De groei van het aantal fte aan leraren loopt achter op de leerlingengroei. Als gevolg daarvan is de leerling-leraar-ratio in het speciaal basisonderwijs licht gestegen.

Regionale verschillen en samenwerkingsverbanden

Uit de cijfers die we analyseerden en de gesprekken die we voerden met vertegenwoordigers van sbo-scholen en samenwerkingsverbanden, blijkt verder dat de verschillen tussen scholen en regio’s groot kunnen zijn. Binnen samenwerkingsverbanden zijn vaak afspraken gemaakt over toelating en instroom van leerlingen in het speciaal basisonderwijs, maar deze afspraken hebben veelal geen directe gevolgen voor de ontwikkeling van de leerlingen- en lerarenaantallen in de regio. Onderwijskundige keuzes, zoals de inzet van ICT of andere vormen van lesgeven, kunnen op schoolniveau effect hebben, maar zijn ook niet bepalend voor het landelijke beeld. Wel wijzen schoolleiders van sbo-scholen en samenwerkingsverbanden erop dat sbo-scholen naar verhouding meer moeite hebben om lerarenvacatures te vervullen dan andere basisscholen. De toename van de leerling-leraar-ratio in het speciaal basisonderwijs kan daarvan mede een gevolg zijn.

Lees ook de kamerbrief en ons rapport over de leerling-leraarratio in het speciaal basisonderwijs.