Verschillende opties voor een zomerprogramma voor asielkinderen

26-04-2021

In de zomer hebben asielkinderen op basisscholen net als alle andere kinderen in Nederland zes weken vakantie. Wij hebben onderzocht wat de mogelijkheden zijn voor het opzetten van een zomerprogramma voor azc-kinderen, met het oog op taalbehoud, structuur en vermaak.

Onderzoek naar mogelijkheden zomerprogramma’s azc-kinderen
De asielperiode is voor jonge kinderen een aangrijpende periode die veel indruk maakt. De basisschool biedt hen een warme, positieve omgeving die in de zomer tijdelijk niet beschikbaar is. Bovendien is de kans op verlies van taalkennis in de zomer bij asielkinderen groot omdat hun ouders vaak geen Nederlands spreken. In 2019 heeft de Tweede Kamer de regering daarom gevraagd te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om een vast zomerprogramma aan te bieden aan kinderen op asielzoekerscentra (azc’s). Wij hebben in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap dat onderzoek uitgevoerd.

Deskresearch zomerprogramma’s
Het kwalitatieve onderzoek bestond uit een deskresearch/literatuurstudie en interviews met stakeholders voor het perspectief op de specifieke behoefte aan zomerprogramma’s voor asielkinderen, de invulling ervan en de mogelijkheden voor de organisatie. Daarnaast is via interviews met azc-scholen en andere relevante betrokkenen in het veld in een caseaanpak gekeken naar een aantal specifieke lokale situaties, behoefte aan en ervaringen met zomerprogramma’s, en de mogelijkheden en knelpunten voor de organisatie.

Plezierige taalverwerving en onderwijs in de zomer: twee opties
Er kunnen verschillende opties voor een zomerprogramma onderscheiden worden die verschillen in de mate van aandacht voor ontspanningsactiviteiten, taalverwerving, bestrijding van onderwijsachterstanden en participatie en integratie. Alles afgewogen wordt in ons onderzoek aan twee opties de voorkeur gegeven. Bij de ene optie ligt de focus op een combinatie van opvang- en ontspanningsactiviteiten en (speelse) taalverwerving. De andere optie combineert onderwijs met ontspanningsactiviteiten. Deze twee opties zouden het best aansluiten bij de behoefte aan een programma dat gericht is op taalverwerving of onderwijs in de zomervakantie dat ook plezierig moet zijn. Beide opties dragen bij aan het sociaal-emotioneel welbevinden van de kinderen, verdrijven verveling en bieden structuur in de zomervakantie.

Elke optie vraagt om goede, tijdige opzet, organisatie en voorbereiding. De optie die zich richt op tijdbesteding en speelse taalverwerving is echter relatief eenvoudiger te organiseren met een beperkter aantal partijen en activiteitenaanbieders en met minder hoge eisen aan het personeel. Bij optie die zich richt op onderwijs en tijdsbesteding gaat het om een complexere organisatie door de combinatie van onderwijs- en andere activiteiten en de inzet van bevoegde leerkrachten.

De invulling van de opties is afhankelijk van landelijke en (vervolgens) lokale keuzes en mogelijkheden. Daarbij geldt dat er meer wordt gevraagd van de organisatie naarmate er meer activiteiten worden gecombineerd en er meer partijen bij het programma (moeten) worden betrokken. Bovendien vraagt een vast programma voor alle azc-kinderen om duurzaam beleid en een structurele financiering en organisatie.

Meer informatie? Lees het onderzoeksrapport of neem contact op met Sabrina Dinmohamed.