Overzicht werkgelegenheid Luchthaven Schiphol per 31 oktober 2012

Sinds 1969 houdt Schiphol Group jaarlijks een enquête onder Schipholbedrijven om het aantal op de luchthaven werkzame personen te inventariseren. De resultaten van deze enquête geven inzicht in de aard en ontwikkeling van de werkgelegenheid op de luchthaven Schiphol, zodat trends en eventuele problemen op de arbeidsmarkt tijdig kunnen worden gesignaleerd. Voor Schiphol Group is deze enquête daarom van belang voor de ontwikkeling van beleid.


Sinds het begin van de jaren negentig voert Regioplan in opdracht van Schiphol Group jaarlijks het werkgelegenheidonderzoek uit op de luchthaven Schiphol. Ook in 2012 heeft Regioplan de werkgelegenheidsmeting uitgevoerd. In 2012 heeft de werkgelegenheid op de luchthaven Schiphol zich verder versterkt. Nadat de werkgelegenheid in 2011 voor het eerst sinds 2008 weer groeide met 4,1%, steeg de werkgelegenheid in 2012 verder met 2,8%. In totaal werkten er op 31 oktober 2012 64.061 personen op de luchthaven, 1.775 meer dan in 2011. Hiermee laat de ontwikkeling op Schiphol een beter beeld zien dan op landelijk niveau, waar de werkgelegenheid in 2012 steeg met 0,09%.


De afgelopen 20 jaar is gebleken dat de werkgelegenheid van Schiphol zich vrijwel altijd sneller heeft ontwikkeld dan de werkgelegenheid binnen Nederland. Schiphol is dan ook een belangrijke banenmotor van de Nederlandse economie.

Financiële situatie afhakers aan de poort van de bijstand, gemeente Eindhoven, vervolgonderzoek

Regioplan heeft in het najaar van 2012 in opdracht van de gemeente Eindhoven onderzoek gedaan naar afhakers aan de poort van de bijstand. In dit onderzoek is nagegaan wat er gebeurt met die Eindhovenaren die na een eerste aanmelding voor een WWB-uitkering om wat voor reden dan ook uiteindelijk niet in de uitkering terecht komen. In 2013 is Regioplan in een vervolgonderzoek nagegaan wat de financiële situatie is van Eindhovense afhakers aan de poort van de bijstand. Het rapport is niet openbaar.

Alternatieve locatie raamprostitutie Den Haag?

Regioplan heeft in opdracht van de gemeente Den Haag onderzocht hoe eigenaren en exploitanten van raamprostitutiepanden in de Doubletstraat, de Geleenstraat en de Hunsestraat denken over verplaatsing naar een alternatieve locatie voor raamprostitutie. Ongeveer een half jaar na afronding van dit onderzoek heeft Regioplan een update van dit onderzoek uitgevoerd. De onderzoeken moesten een antwoord bieden op de vraag of eigenaren en exploitanten van raamprostitutiepanden bereid zijn om (op eigen initiatief) naar een alternatieve locatie in Den Haag te verplaatsen. Daarnaast moest het onderzoek inzicht bieden in de voorwaarden die eigenaren en exploitanten aan hun vertrek naar een alternatieve locatie stellen.

Ondersteuning Rekenkamercommissie Haarlem bij onderzoek effectiviteit arbeidsmarktbeleid gemeente Haarlem

De Rekenkamercommissie Haarlem heeft een onderzoek uitgevoerd naar het arbeidsmarktbeleid van de gemeente Haarlem. Het onderzoek is gericht op het beantwoorden van de vraag hoe het college opereert als het gaat om het regisseren van samenwerking in de regionale keten van werkgevers, onderwijsinstellingen en ketenpartners, UWV, Werkbedrijf, uitzendbureaus en andere gemeenten en hoe effectief dit is voor het aantrekken van nieuwe of het behoud van bestaande werkgelegenheid. De Rekenkamercommissie heeft Regioplan gevraagd om ondersteuning te bieden bij het uitvoeren van het onderzoek. U kunt het rapport van de RKC hier vinden.

Flexibele arbeid in het openbaar bestuur

Flexibilisering van de personele inzet binnen het openbaar bestuur is ‘hot’. Meer dan ooit wordt er gestreefd naar een compactere en efficiëntere overheid. Regioplan deed voor het ministerie van BZK onderzoek naar hoe het openbaar bestuur momenteel omgaat met flexibele (en externe) inzet van personeel.



De context waarin werkgevers in het openbaar bestuur opereren is veranderd. Er moet sneller, efficiënter, ingespeeld kunnen worden op verplichtingen, vragen en behoeften. Dit zet hen ertoe aan te zoeken naar een zekere flexibilisering van de benodigde personele inzet. Deels gebeurt dat door de mobiliteitsmogelijkheden van ambtenaren te vergroten, deels echter ook door vormen van flexibele arbeid de organisatie binnen te halen. Het gaat hierbij in ieder geval om contracten voor bepaalde tijd, personele samenwerking, inhuur van gedetacheerden, inzet van uitzendkrachten en zzp’ers, en payrolling.



Het Regioplan rapport gaat uitgebreid in op de verschillende vormen van flexibele arbeid. In kaart is gebracht waarom en in welke situaties werkgevers in het openbaar bestuur kiezen voor de verschillende vormen van flexibele arbeid en hoe de besluitvormingsprocessen precies verlopen. Deze feiten confronteren we in ons rapport met in de publieke discussie heersende beelden over inhuur van personeel. Dit wordt gedaan om te kunnen vaststellen hoe beeld en realiteit zich tot elkaar verhouden. Tot slot presenteren we ‘lessen uit de praktijk’. Ons rapport is daarmee te zien als een staalkaart van hoe het openbaar bestuur met flexibele inzet van personeel omgaat. Om die reden is het goed bruikbaar om bij te dragen aan een afgewogen personeelsbeleid binnen het openbaar bestuur.



Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van het programma Beter Werken in het Openbaar Bestuur (zie ook: www.beterwerkeninhetopenbaarbestuur.nl).

Van knelpunten naar kansen. Oude en nieuwe rollen van gemeenten in de kinderopvang.

Met de invoering van de wet op de kinderopvang in 2005 werd kinderopvang een taak van de markt. Behalve een handhavingstaak had de gemeente vanaf dat moment formeel geen bemoeienis meer met de kinderopvangbranche. Verschillende ontwikkelingen hebben er toe bijgedragen dat gemeenten zich opnieuw zijn gaan positioneren ten opzichte van de kinderopvangbranche.



In deze publicatie worden daarvan voorbeelden gegeven uit de gemeenten Amersfoort, Amsterdam, Den Haag, Ede, Haarlem, Nijmegen, Rotterdam en Utrecht. Deze gemeenten sloten in 2011 een convenant met het Ministerie van Sociale Zaken ter bestrijding van de wachtlijsten in de kinderopvang. De voorbeelden beperken zich niet tot acties ter bestrijding van de wachtlijsten in de kinderopvang maar zijn breder van aard. Daarbij staat de rol van de gemeente in vier thema’s centraal: de afstemming van vraag en aanbod in de kinderopvang, kinderopvang en het achterstandenbeleid, kinderopvang in de jeugdketen en kwaliteit.

Vervolgonderzoek functioneren cliëntenraad DWI

In het voorjaar 2012 heeft Regioplan voor een tweede keer de Cliëntenraad van de Amsterdamse Dienst Werk en Inkomen (DWI) geëvalueerd. De evaluatie betreft de periode 2009 tot en met 2011.

In 2009 hebben wij de cliëntenraad geëvalueerd voor de daarvoor liggende drie jaar.

De ontwikkeling in de zorgvraag voor beroepen geestelijke gezondheid

Ten behoeve van het ramen van de benodigde opleidingscapaciteit voor gezondheidszorgpsychologen, klinisch neuropsychologen, klinisch psychologen, psychotherapeuten en verpleegkundig specialisten GGZ heeft het Capaciteitsorgaan Regioplan gevraagd nader onderzoek te doen naar de verwachte zorgvraag voor deze beroepen.

Bijna 1.500 beroepsbeoefenaren hebben een enquête ingevuld op basis waarvan de huidige patiëntenpopulatie is bepaald. Op basis van verwachte demografische ontwikkelingen is vervolgens de verandering van de zorgvraag door demografische ontwikkelingen tot 2032 geprognosticeerd. Daarnaast zijn door beroepsbeoefenaren verwachte veranderingen in de zorgvraag door epidemiologische en sociaal-culturele ontwikkelingen in kaart gebracht.

Peer Reviews on data driven analysis and evidence-based evaluation

In het kader van het EC-programma ‘Evaluation of Labour Market Policies and Programmes’ worden met enige regelmaat peer review bijeenkomsten voor beleidsmedewerkers en deskundigen uit de lidstaten georganiseerd. In november 2012 is een peer review belegd over het onderwerp ‘data driven analysis’. De bijeenkomst ging over de beschikbaarheid van administratieve en onderzoeksdata voor onderzoek op basis van secundaire analyse. In Nederland zijn CBS en UWV waarschijnlijk de belangrijkste bronnen van dergelijke data. Niet alleen beschikbaarheid, maar zeker ook toegankelijkheid van dergelijke data verschilt aanzienlijk tussen de lidstaten en daarmee ook de bruikbaarheid voor beleidsvorming.



Deze bijeenkomst was een vervolg op een peer review een jaar eerder die was gewijd aan het nut van evidence-based evaluation voor beleidsvorming.

Peer Reviews on data driven analysis and evidence-based evaluation

Within the scope of the EC-programme ‘Evaluation of Labour Market Policies and Programmes’ peer review meetings are regularly organised. In these meetings policy officers and thematic experts from EU member states participate.
‘Data driven analysis’ was the subject of a peer review in November 2012. The focus of this meeting was on the availability of statistical data from administrative and survey sources for use in policy evaluations based on secondary analysis. In the Netherlands, Statistics Netherlands (CBS) and UWV (employee insurance agency) are probably the most important providers of these kinds of data in the field of labour market and social security. Not only the availability but indeed the accessibility of such data varies widely between member states. This influences the usability of these sources for policy development.
The 2012 meeting was a continuation of a peer review in 2011 on the usefulness of evidence-based evaluation for policy development.



See also: http://www.mutual-learning-employment.net/