Terug

Bij elkaar brengen van statushouders en werkgevers in Den Haag

Publicatienummer: 17058
Publicatiedatum: juli 2020

Het vinden van een betaalde baan is voor statushouders geen gemakkelijke opgave, met als gevolg dat een overgrote meerderheid van deze nieuwkomers afhankelijk is van een bijstandsuitkering. In de gemeente Den Haag worden diverse inspanningen geleverd om statushouders te bemiddelen naar werk. Wij hebben met subsidie van het programma Vakkundig aan het Werk van ZonMw onderzoek uitgevoerd naar de werking en opbrengsten van de instrumenten die in Den Haag zijn ingezet om statushouders en werkgevers bij elkaar te brengen. De uitkomsten hebben betrekking op het beleid zoals uitgevoerd in de periode 2017 tot en met 2018.

Onderzoeksaanpak
Het onderzoek bestond uit een combinatie van effectiviteitsonderzoek en verklarend onderzoek. In de eerste fase is de Haagse aanpak om statushouders richting werk te begeleiden omschreven en de beleidstheorie achter deze aanpak opgesteld. In de tweede fase is een bestandsanalyse en kwalitatief onderzoek onder statushouders, werkgevers en professionals uitgevoerd. Het doel hiervan was om zicht te krijgen op de uitstroom van statushouders naar werk, op de werkzame mechanismen in de begeleiding en daarbij behorende relevante contextfactoren.

Effecten zichtbaar op lange termijn
Uit dit onderzoek blijkt dat het enige tijd kan duren voordat inspanningen van gemeenten om statushouders naar werk te begeleiden zichtbaar worden. In lijn met het landelijke beeld over de arbeidsparticipatie van statushouders constateren we dat van de statushouders die in 2016 een vergunning hebben gekregen 7 procent 18 maanden later aan het werk is, en dan vooral in kleine en tijdelijke banen.

Kansen op arbeidsparticipatie vergroten
Diverse aangrijpingspunten komen uit het onderzoek naar voren om de kans op arbeidsparticipatie te vergroten:

  1. het bieden van maatwerk, waarin het van belang is dat de begeleiding aansluit op wensen en (on)mogelijkheden van zowel statushouders als werkgevers en dat bij de inzet van instrumenten rekening wordt gehouden met de ontwikkelingsfase en achtergrondkenmerken van de statushouders.
  2. het bieden van continuïteit in de begeleiding, via het inzetten van regiehouders of casemanagement en het zorgen voor een warme overdracht.
  3. de vraagzijde (werkgevers) een centrale plek geven in de begeleiding van statushouders naar werk.