Evaluatie van programma ‘Een nieuw bestaan, een nieuwe baan’
Lopend project
Publicatienummer: 18128Welke interventies van maatschappelijke organisaties vergroten de arbeidsparticipatie van nieuwkomers? Wat zijn werkzame elementen in deze projecten? En welke obstakels ondervinden projectleiders, werkgevers en deelnemers nog? Om hier antwoord op te geven, voeren wij onderzoek uit naar het programma ‘Een nieuw bestaan, een nieuwe baan’ van Instituut Gak.
Het programma ‘Een nieuw bestaan, een nieuwe baan’ biedt subsidie aan maatschappelijke organisaties voor projecten gericht op het bevorderen van de arbeidsparticipatie van nieuwkomers. Het programma loopt van 2018 tot en met 2022. Met het onderzoek brengen wij in kaart hoe de projecten in de praktijk werken, in hoeverre ingezette interventies leiden tot arbeidsparticipatie, en welke randvoorwaarden nodig zijn om de effectiviteit van interventies te vergroten.
Tussentijdse bevindingen
In het tussenrapport van juni 2021 beschrijven we de opbrengsten van de eerste 8 afgesloten projecten. Ook bespreken we welke elementen uit de aanpak volgens deelnemers, projectmedewerkers en werkgevers bijdragen aan het vinden van werk of een opleiding.
Stappen gezet richting werk
Een op de drie deelnemers is na het project uitgestroomd naar betaald werk, een opleiding of een andere vorm van (onbetaald) werk. Bij deelnemers die nog niet werken of een opleiding volgen zijn vaak wel stappen in de goede richting te zien. Zo hebben zij hun persoonlijk kapitaal uitgebreid door hun sociale netwerk uit te breiden, hun taalvaardigheid te verbeteren, culturele werknemersvaardigheden te leren of vakspecifieke kennis op te doen. Ook hebben deelnemers vaak meer zelfvertrouwen gekregen door het project en weten zij beter wat zij willen en kunnen. Tenslotte is in veel projecten aandacht besteed aan de Nederlandse arbeidsmarkt en solliciteren, waardoor deelnemers beter zijn in werk zoeken en solliciteren.
Vooral aandacht voor aanbodzijde
Opvallend is dat in de projecten vooral aandacht wordt besteed aan de aanbodzijde door de kennis en vaardigheden van statushouders te verbeteren. De vraagzijde blijft nog onderbelicht. Veel projecten bieden nazorg om de werkgevers en statushouders te begeleiden in de eerste periode. Daarnaast is het belangrijk dat werkgevers tijd willen investeren in het inwerken van een statushouder en collega’s realiseren dat het soms ook aanpassing van hun kant vergt. Om vraag en aanbod samen te brengen lijkt intensieve bemiddeling tussen werkgever en statushouder het meest succesvol.
Meer informatie?
Neem contact op met Jeanine.