Inzicht besteding prestatieboxmiddelen po
De Regeling prestatiebox loopt na schooljaar 2019-2020 af. Mede op basis van ons onderzoek neemt de minister van OCW een beslissing over de toekomst van de middelen.
Voor dat besluit was inzicht nodig in de inzet van de prestatieboxmiddelen en in de eventuele gevolgen van een keuze voor een andere bestemming voor de middelen. Daarom analyseerden we jaarverslagen, zetten een vragenlijst uit bij bestuurders en hielden een aantal aanvullende interviews.
De meeste besturen hebben de middelen vooral ingezet voor talentontwikkeling (via bijvoorbeeld meer ICT-inzet, plusklassen en cultuureducatie) en voor verdere professionalisering. Ook is er, maar in wat mindere mate, ingezet op duurzame verbetering van de kwaliteitszorg, op gezondheid en beweging van kinderen en op doorgaande ontwikkellijnen po-vo. Een groot deel van de besturen geeft bovendien aan dat de middelen uit de prestatiebox worden ingezet voor structurele uitgaven en doorlopende verplichtingen. Het gaat dan met name om salaris van personeel en de afschrijving van ICT-hardware.
Nu bezuinigen op de middelen heeft gevolgen voor de ambities. Investeringen en activiteiten zullen dan worden verminderd en het proces van verbetering op de scholen wordt vertraagd. Bovendien zal een deel van de besturen bezuinigen op personeel. Het zou ten koste gaan van de onderwijskwaliteit en kunnen leiden tot een verhoging van de werkdruk. Het is daarom geen goed idee om de prestatieboxmiddelen nu heel anders te gaan bestemmen en over te hevelen naar andere doelen.