Evaluatie pilot Kleinschalige voorziening Middelburg (KVM)
De Kleinschalige detentievoorziening Middelburg (KVM) is een alternatieve vorm van detentie, waarbij gedetineerden hun werk of andere dagbesteding kunnen behouden tijdens hun detentie. Regioplan heeft deze detentievoorziening geëvalueerd in opdracht van het WODC.
Regioplan heeft in opdracht van het WODC een evaluatie uitgevoerd van de pilot Kleinschalige detentievoorziening Middelburg (KVM). De KVM was een pilot in het kader van het programma Koers en kansen. Het doel van de KVM is dat werk, inkomen en sociale contacten behouden kunnen worden en de kans op redicive verkleind wordt.
Het doel van de evaluatie was het in kaart brengen van: de populatie van de gedetineerden in de pilot KVM; van de uitvoering van en ervaringen met de KVM; en de lessen die daaruit te trekken zijn. Deze drie elementen hebben we in kaart gebracht door:
- Een literatuurstudie om inzichtelijk te maken wat er in de (internationale) wetenschappelijke literatuur bekend is over dergelijke kleinschalige detentievoorzieningen;
- Een documentstudie om de toepassing van de inzichten uit de wetenschappelijle literatuur over de werkzame mechanisme in de context van de KVM in kaart te brengen;
- Een dossier- en registratieonderzoek om gegevens te verzamelen over de kenmerken van de populatie en het verloop van de KVM.
- Interviews met betrokken professionals die betrokken zijn bij de uitvoering van de KVM en diverse ketenpartners;
- Interviews met (ex-)gedetineerden en overige betrokkenen zoals werkgevers, partners en andere (meerderjarige) familieleden van (ex-)gedetineerden
Uit de evaluatie blijkt dat de gedetineerden in deze vorm van detentie over het algemeen hun woon-/werk-/inkomenssituatie van vóór de detentie behielden of daarin vooruitgang boekten. Het meest vooruitgang werd er geboekt op de aanpak van schuldenproblematiek. De gedetineerden die in de KVM hun detentie hebben uitgezeten, hadden hun leven voorafgaand aan de detentie al grotendeels op orde, en konden bijna allemaal na detentie terug vallen op werk, een woning en een sociaal netwerk. Zowel de professionals als (ex-)gedetineerden en overige betrokkenen die zijn geïnterviewd zijn overwegend positief over de KVM. Ondervraagde professionals beoordelen de samenwerking en het instroomproces positief en zien een groep gedetineerden die tijdens hun verblijf gemotiveerd toewerkt naar een delict-vrije toekomst. De (ex)-gedetineerden en overige betrokkenen waarderen de mogelijkheid dat de gedetineerden hun werk kunnen blijven uitoefenen en dat zij het contact met hun sociale netwerk kunnen onderhouden.
Er komen ook een aantal aandachtspunten uit de evaluatie naar voren:
- Het is van belang om consistent te zijn in wie kan instromen in deze vorm van detentie. Door het laten instromen van gedetineerden die niet geschikt zijn voor deze detentievorm, kan het draagvlak voor een dergelijke detentievoorziening afnemen.
- De terugkoppeling van de KVM aan de ketenpartners rondom de plaatsing van gedetineerden wordt gemist door sommige professionals.
- De geïnterviewde (ex-)gedetineerden vinden duidelijkheid over en het consistent toepassen van regels over vrijheden buiten de muren van de gevangenis een aandachtspunt.
- De belangrijkste voorwaarde voor het voortzetten van de KVM na afloop van de pilotfase is dat er een juridische grondslag (basis) moet zijn voor een detentievorm zoals die van de KVM. Vanwege de pilotstatus van de KVM werd tijdelijk gebruik gemaakt van de juridische grondslag voor plaatsing in de Beperkt Beveiligde Afdeling (BBA). Voor het voortzetten van de KVM moet in de wet opgenomen worden dat een dergelijke vorm van detentie gegrond is.