Verkenning stelsel schuldhulpverlening
Afgerond project
Publicatienummer: 21068Te veel huishoudens met problematische schulden zijn verstoken van hulp. Aanvullende maatregelen schieten te kort in bereik en effectiviteit. Voor echte verbetering is er meer inzicht nodig in de oorzaken van de knelpunten en in de noodzakelijke randvoorwaarden. Dat is de conclusie van een doorlichting van het stelsel van de schuldhulpverlening.
Regioplan voerde deze verkenning uit in samenwerking met Nadja Jungmann en Arnoud Noordam, in opdracht van het ministerie van SZW. De aanleiding was de aanhoudende constatering dat zowel het bereik de effectiviteit van de huidige schuldhulp tekortschiet. De schuldenproblematiek in Nederland is groot. Bijna één op de tien huishoudens worstelt met problematische schulden. Slechts een zesde van deze groep is in beeld bij de hulpverlening.
Deze cijfers zijn al een tijd vrij constant en geven aanleiding tot zorg. Schuldenproblematiek heeft namelijk grote maatschappelijke gevolgen. De Tweede Kamer vroeg via de motie van het lid Van Beukering-Huijbregts aan de regering om te verkennen welke mogelijkheden er zijn om het minnelijke en wettelijke traject samen te voegen. Ook vroeg de Kamer om meer dwang in het minnelijk traject, een wettelijk recht op een aflospauze, een wettelijke reactietermijn en een betere bescherming van kleine schuldeisers. De minister heeft de reeks aan moties opgevat als een verzoek van de Kamer om de balans op te maken en in dat kader te inventariseren wat de in de moties gevraagde maatregelen kunnen betekenen om de gewenste verbeterslag in de schuldhulpverlening te realiseren.
Verkennend onderzoek in vier stappen
Om de Kamer te voorzien is verkennend onderzoek verricht: het is gebaseerd op literatuuronderzoek, op interviews en workshops met de betrokken actoren en op een juridische analyse. Het onderzoek bestond uit vier stappen. Om te beginnen is uitgewerkt welke maatschappelijke uitgangspunten ten grondslag liggen aan het stelsel van schuldhulpverlening. Waarbij het stelsel is gedefinieerd als het geheel dat valt onder de Wgs, de Wsnp en de schuldenbewinden zoals geregeld in boek 1 BW. Vervolgens is geïnventariseerd welke knelpunten er bekend zijn ten aanzien van de maatschappelijke uitgangspunten. In de derde stap zijn vier maatregelen (elk opgebouwd uit een aantal deelmaatregelen) onderzocht op draagvlak en juridische haalbaarheid en zijn deze geplaatst in de context van de geïdentificeerde knelpunten. In de laatste stap is de vraag beantwoord in hoeverre de maatregelen zullen leiden tot de gewenste verbeterslag in de schuldhulpverlening.
Uitkomsten
De uitkomsten van het onderzoek hebben de minister onderbouwing gegeven om een aantal maatregelen concreet uit te werken. Zo ligt er een wetsvoorstel om te komen tot een verplichte reactietermijn voor schuldeisers om door te geven hoe hoog een achterstand is en of zij al dan niet bereid zijn om mee te werken aan een schuldregelingsvoorstel. Daarnaast heeft de minister aangekondigd dat zij de toeleiding van inwoners naar de Wsnp wil versterken en ook wil dat mensen die worden toegelaten tot een wettelijke schuldsanering vanuit de gemeente begeleiding behouden gedurende de regeling. De minister wil dat alle gemeenten gebruik maken van een Kwaliteitskader schuldhulpverlening en dat zij het breed moratorium vaker inzetten. De in het onderzoek uitgewerkte suggestie om de preferente positie van de overheid af te schaffen houdt de minister vooralsnog in beraad.
De onderzoekers menen dat dit zaken zijn die van waarde kunnen zijn omdat ze mogelijk een bijdrage leveren aan het verbeteren van de schuldenaanpak. Maar voor echte verbetering is meer inzicht nodig is in de oorzaken van de knelpunten en in de noodzakelijke randvoorwaarden in het stelsel.
Meer weten?
– Lees ons eindrapport en de bijbehorende beleidsreactie.
– In Sociaal Bestek verscheen een interessant artikel over dit onderzoek.