Werken volgens de methode. Procesevaluatie ‘Handboek Methode Jeugdreclassering’
Sinds 2007 bestaat voor Jeugdreclassering een nieuwe methodiek, die is bedoeld om de begeleiding van jongeren professioneler en uniformer te maken. Regioplan onderzocht in hoeverre volgens deze nieuwe methodiek wordt gewerkt en welke knelpunten hierbij aan de orde zijn.
Onderzoeksopzet
De procesevaluatie is uitgevoerd in drie fasen: een telefonische, algemene inventarisatieronde bij de instellingen die jeugdreclassering verzorgen, dossierstudie en interviews bij Bureaus Jeugdzorg en telefonische interviews met de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) en het Openbaar Ministerie (OM).
Onderzoeksresultaten
Alle onderzochte instellingen die jeugdreclassering verzorgen zijn bekend met het handboek. Ook ziet de grote meerderheid van de instellingen het belang van het handboek in, met name in de realisatie van uniformiteit in de werkwijze, doelgerichter werken en verhoogde structuur en houvast in het werk. In een aantal instellingen verliep de implementatie echter niet geheel zonder weerstand. Als knelpunten van de nieuwe methodiek noemt men de frequente en uitgebreide verslaglegging en rapportages naar ketenpartners, er is kritiek op de gebruiksvriendelijkheid van de nieuwe formulierensets en op het handboek zelf (o.a. te omvangrijk en moeilijk leesbaar). Ook missen instellingen bepaalde onderwerpen in het handboek (o.a. seksualiteit en andere culturen) en lijkt het handboek niet te zijn afgestemd op leerplichtzaken en samenloopzaken, iets wat in de praktijk een lastig probleem is.
Het dossieronderzoek laat zien dat de meerderheid van de onderzochte instellingen inmiddels de belangrijkste uitgangspunten van het Handboek Methode Jeugdreclassering toepast. Deze zijn het inschatten van het recidiverisico van de jongere met behulp van een wetenschappelijk onderbouwde methode (het risicotaxatie-instrument) aan het begin van de begeleiding en het benoemen van criminogene factoren (delictgerelateerde factoren) tijdens de diagnostiekfase. Toch maakt een kwart van de onderzochte instellingen (nog) geen risicotaxatie en stelt een vijfde geen criminogene factoren vast. Dit zijn vooral de kleine en middelgrote instellingen.
Ongeveer de helft van alle ondervraagden bij de RvdK en het OM ziet een duidelijke verbetering in de professionaliteit. Sommigen wijzen hiervoor de nieuwe werkwijze als oorzaak aan. De ondervraagden geven echter ook aan dat de professionaliteit nog behoorlijk kan verschillen per jeugdreclasseerder. Ook signaleren zij tekortkomingen in het uitvoeren van de procedures (termijnen van rapportages, gedetailleerdheid rapportages).
Wat betreft uniformiteit in de werkwijze van de jeugdreclassering ziet met name de RvdK een verbetering in de afgelopen jaren, in het bijzonder in de opbouw van de rapportages en de daarin weergegeven aanpak.
Het volledige rapport is hieronder te downloaden.